Leerkrachten vinden het positief als de directie zich betrokken toont op de teamwerking. De directie volgt meestal de verslaggeving op. Die kwaliteitscontrole ervaren leerkrachten als normaal en positief. 

Leerkrachten hebben een volle lessentabel en veel verbeter- en voorbereidingstaken. Een gemeenschappelijk springuur of een vast vergadermoment om in bepaalde teams samen te komen wordt gewaardeerd. In sommige scholen lukt het om leerkrachten van hetzelfde team gezamenlijk vrij te roosteren, in andere scholen niet. Zelfs met een gemeenschappelijk springuur is er vaak onvoldoende tijd om samen iets deftig uit te werken. 

Leerkrachten halen aan dat een sterke coördinatie in een team heel belangrijk is. Meestal neemt één leerkracht die coördinatie op. Dit is vaak een tijdsintensieve job. De coördinator krijgt zelden uren of ondersteuning om deze taak op te nemen. Leerkrachten halen aan dat de coördinator best zelf een deel is van het team en geen externe coach.

Leerkrachten halen aan dat het moeilijk samenwerken is als er grote onderlinge verschillen zijn tussen teamleden. Leerkrachten benoemen dat vooral VERSCHILLEN IN AANPAK EN AMBITIE het soms moeilijk maken om samen te werken.

Het is goed als er niet te veel rotatie zit in het team en dat dezelfde mensen dus voor langere tijd samen kunnen werken.

Leerkrachten halen aan dat er nog sterker ingezet kunnen worden op kennisdeling tussen leerkrachten onderling. Ze leren veel als andere leerkrachten vertellen over hoe zij het aanpakken. Momenteel is er niet altijd tijd om materialen uit professionalisering te delen of te integreren. Ideaal wordt hier in vergaderingen ruimte voor gemaakt. 

Verschillende teams in één school kunnen een verschillende werking en soms ook visie hebben. Dat zorgt er voor dat de samenwerking in de school in verschillende snelheden gaat. De informatiedoorstroming verloopt niet altijd even vlot.