Leerkrachten geven aan dat er vaak een verschil in inzet tussen collega’s. Het is frustrerend als leerkrachten het werk van anderen moeten overnemen. Leerkrachten vinden het daarom belangrijk dat minder functionerende leerkrachten worden opgevolgd door de schoolleiding. Het argument ‘ik ben daar niet zo goed in’ wordt te vaak erkend als valabele reden om minder te werken. De ‘trekkers’ hebben daardoor niet zelden het gevoel gestraft te worden voor hun inzet.

Sommige leerkrachten hebben het gevoel dat bepaalde collega’s meer krediet, waardering of ondersteuning krijgen van directie. Zo is er wrevel als de initiatieven van bepaalde teams meer worden gezien. Sommige leerkrachten halen aan dat er voor hun visie of onderwijsbenadering minder ruimte is.

In sommige scholen beperkt de opdracht van leerkrachten zich niet tot hun lessen. Leerkrachten vinden het normaal en interessant dat ze naast hun lessen ook andere taken opnemen zoals vervangingen, vakgroepwerking, ontwikkeltaken, zorg, beleid, … 

Leerkrachten zijn vragende partij voor continuïteit in hun lesopdracht. In vakken die je maar één jaar mag geven kan je je nooit zo grondig verdiepen als in vakken die je meerdere jaren na elkaar kan geven. 

Starten met lesgeven is voor elke beginnende leerkracht heel zwaar. In scholen waar er geen ondersteuning is voor beginnende leerkrachten, is het heel moeilijk voor starters om overeind te blijven. Ook voor het team is het belastend als een starter geen begeleiding krijgt. Aanvangsbegeleiding kan de vorm aannemen van een coach, mentor of een buddy. Dit is een meer ervaren collega die tips en ondersteuning biedt. Sommige scholen richten ook een professionaliseringstraject in voor beginnende leerkrachten.